Uitingen die worden gebruikt door specialistische (minderheids-) groeperingen en uitsluitend gebruikt binnen het groepsspecialisme. Voor buitenstaanders hebben deze uitingen vrijwel geen betekenis. Ze worden namelijk in zo’n kleine kring toegepast dat ze in het dagelijks leven geen rol spelen.
Voorbeelden van technische gedragsuitingen vindt men onder andere bij:
~ radio- en televisiemedewerkers;
~ grondpersoneel op vliegvelden;
~ vliegtuigbemanningen;
~ parachutisten;
~ treinpersoneel;
~ computerprogrammeurs;
~ brandweerlieden;
~ bewakingspersoneel;
~ veiligheidsdiensten;
~ politiediensten;
~ marinepersoneel;
~ trainers/spelers van sportverenigingen;
~ kraanmachinisten;
~ croupiers van casino’s;
~ horecapersoneel;
~ enzovoorts.
Ieder groep ontwikkelt zijn eigen signalen- en woordenrepertoire. Andere mensen kunnen deze signalen, woorden en gebaren dus negeren, tenzij zij in zo’n groep worden opgenomen.