Culinair van A tot Z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

Gepubliceerd op 02-05-2017

lateraliteitsgedrag

betekenis & definitie

Uitingen of handelingen die meer van de éne kant van het lichaam eist dan die van de andere kant (= links-rechtsverhoudingen).

Iedere keer als we zwaaien, gebaren, wuiven, knipogen, klappen, schrijven, krabben, jeuken, op één been staan, het hoofd scheef houden, met één oog ergens door heen kijken, de armen of benen over elkaar leggen en dergelijke dan bevoordelen we altijd - onbewust - noodgedwongen één kant van het lichaam. Deze meest actieve kant noemt men dan de zogenaamde “dominante kant“.

Iedere rechtshandige zal altijd linkse momenten kennen / hebben en omgekeerd, maar de vele uitingen zijn echter zo automatisch dat weinigen weten hoe ze hun lichaam daarbij gebruiken.

Alle lateraliteitsuitingen vereisen een onmiddellijke en onbewuste beslissing om de twee lichaamhelften te activeren. Gezoek of besluiteloosheid betekent dan ook en coördinatiestoring.

Indien twee lichaamshelften worden gebruikt, bijvoorbeeld bij klappen, een mes slijpen, een draad in een naald steken, biertappen, pannenkoeken bakken en dergelijke, dan is altijd één kant actief en dominant en de andere kant passief en min of meer statisch.

< >