Uitingen en/of gebaren waarmee we visuele (= zichtbare) informatie tegenhouden. Het is namelijk een middel om bepaalde prikkelstromen uit de wereld om ons heen te beperken en zij kunnen zowel bewust als onbewust uitgevoerd worden. Voorbeelden zijn onder andere:
~ zich afzijdig houden;
~ ziek worden;
~ in bed blijven liggen;
~ een z.g. zenuwinstorting krijgen;
~ kalmerende middelen slikken;
~ veel roken;
~ veel drinken;
~ veel roesmiddelen gebruiken;
~ overgeven aan meditatie;
~ wegduiken in eigen gedachten;
~ met de ogen knipperen, sluiten of bedekken;
~ de handen stijf tegen de oren houden;
~ stotteren of stamelen;
~ een ontwijkende blik;
~ een dwalende blik.
Sommige vormen kunnen soms een verontruste indruk geven of irritatie opwekken.
Copingedrag of gebaar is in de meeste gevallen een reactie op een sociale benadering in het algemeen en niet speciaal tegen een ander persoon gericht. Het is in vele gevallen een symbolische vlucht voor de “tirannie” van vele sociale verplichtingen.