Verbindingskanaal tussen Maastricht en ’s-Hertogenbosch, dat deels door België loopt. In 1804 maakte keizer Napoleon diverse plannen om kanalen in de Nederlanden te graven, hoofdzakelijk voor militaire doeleinden.
In 1822 besloot koning Willem I plannen van Napoleon uit te voeren en een verbindingskanaal te graven tussen Maastricht en ’s-Hertogenbosch. De Maas, die beide plaatsen al via het water verbond, was namelijk bochtig en slechts vijf maanden per jaar bevaarbaar. Het kanaal werd naar de koning vernoemd. Omdat in Overijssel al een Willemsvaart was, werd het voorvoegsel Zuid toegevoegd. In vogeldxk 1923 werd het Wilhelminakanaal gegraven, dat de Zuid-Willemsvaart verbindt met de rivier de Amer. Door de aanleg van het Julianakanaal in 1935 werd het Belgische gedeelte van de Zuid-Willemsvaart vrijwel overbodig.
