De Koning biedt een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer aan, tezamen met een beknopt schrijven. Deze begeleidende brief wordt koninklijke boodschap genoemd.
Het schrijven begeleidt behalve het wetsvoorstel ook de memorie van toelichting, het advies van de Raad van State en de reactie van de regering hierop. De koninklijke boodschap heeft een vaste tekst, die luidt: ‘Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van Wet (titel). De memorie van toelichting die het Wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust. En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming. ’s-Gravenhage, (datum) naam van de Koning’.
