middel om naar eigen keuze de grootte van het gezin te bepalen. Men kent geboortenbevordering en geboortenbeperking.
Wie over geboortenregeling praat, bedoelt meestal het laatste. Geboortenregeling is van grote betekenis geworden in gebieden met een groot geboortenoverschot.Men moet bij het psychologische aspect van de geboortenregeling in aanmerking nemen dat angst voor zwangerschap bij vele vrouwen remmingen in de seksuele beleving kan veroorzaken. Een goede geboortenregeling kan er ook toe bijdragen dat vrouwen minder dan nu het geval is tot → abortus hun toevlucht nemen. Het kind dat geboren wordt zonder dat de ouders het gewenst hebben, heeft, volgens onderzoekingen van Bowley (1947) meer kans op psychische stoornissen dan gewenste kinderen. Ze zijn dikwijls lastig, → agressief, onrustig; ze trachten opvallend de aandacht te trekken; hun verstandelijke en motorische ontwikkeling verloopt langzamer dan bij kinderen die gewenst zijn en 65% lijdt aan allergische ziekten.
Men kent vier soorten middelen tot geboortenregeling:
a.Niet-mechanische, zoals periodieke onthouding en terugtrekking vóór de zaadlozing. Deze middelen zijn onbetrouwbaar.
b.Mechanische: zoals spiraaltje, ring (door de vrouw toe te passen), condoom (door de man), of zaaddodend schuim.
c.Farmaceutische: de ovulatieremmende pil.
d.Operatieve: onvruchtbaarmaking of sterilisatie.
→ Eugenetica.
