(Grieks: Monos = opwinding), verward, opgewonden. Tijdens een→epilepsiecrisis ziet men spiercontracties der ledematen, welke regelmatig zijn en enige tijd - zonder onderbreking - duren: men noemt deze samentrekkingen ‘clonisch’.
Zo noemt men ook het stotteren dat zich kenmerkt door een krampachtige herhaling van een lettergreep.