Lexicon van de Nederlandse Landstreken

dr. H.A. Visscher (2002)

Gepubliceerd op 24-02-2017

Zuid Flevoland

betekenis & definitie

De in 1968 drooggevallen jongste droogmakerij van het voormalige Zuiderzeegebied. Met zijn oppervlakte van 44.000 ha is de polder de kleinste van de provincie Flevoland. Een laaggelegen zone in het noordwesten was oorspronkelijk een industriële bestemming toegedacht. Intussen ontwikkelde de zone zich echter spontaan tot een gevarieerd waterrijk natuurgebied, dat mede door zijn bijzondere karakter en uitgestrektheid al spoedig van grote bio-ecologische betekenis werd. Omdat de zone toch niet zo nodig zou zijn voor de industrie als eerder werd verondersteld, lag het dan ook voor de hand haar als natuurreservaat te gaan beheren. Intussen werd aan de zuidrand van de polder wel een grote oppervlakte gereserveerd voor de ontwikkeling van een stedelijk gebied. Hier vinden we nu de inmiddels al vrij sterk uitgegroeide stad Almere, dat door een spoorlijn met Amsterdam en Lelystad verbonden werd. Aan de oostrand is Zeewolde het enige dorp van de droogmakerij.

Vooral bij de randmeren werd vrij veel bos aangelegd.