Lexicon van de Nederlandse Landstreken

dr. H.A. Visscher (2002)

Gepubliceerd op 24-02-2017

Zijpelanden, De

betekenis & definitie

Het ter plekke van de verdwenen Zijpe gelegen jonge wadpolderland. De Zijpe was een Middeleeuwse zeeboezem, die het gebied ten westen en zuidwesten van Schagen overstroomde.

Een snelle verzanding van deze zeeboezem werd in 1579 gevolgd door een volledige bedijking. Aldus ontstond de uitgestrekte Zijpe- en Hazepolder.
Het cultuurlandschap van de polder kenmerkt zich door een rechthoekig ontsluitings-, ontwaterings- en verkavelingspatroon, dat de bedijking in de lengterichting en overdwars compartimeert.
Vooral in het noordwesten werd de polder her en der verlevendigd door duingebiedjes. Deze zijn inmiddels echter bijna overal door afgravingen verdwenen.
De bedijking wordt overlangs gesneden door het Noord Hollands Kanaal, waarvan de aanleg in 1817 begon. Aan de westkant van het kanaal kwam een voor Den Helder belangrijke wegverbinding te liggen.
Vooral bij de Pettenerduinen zou de polder van belang worden voor de bollenteelt.
De belangrijkste dorpen van het gebied zijn 't Zand, Schagerbrug en Sint Maartenszee.
In het niet ver van de Hondsbosse Zeewering gelegen uiterste zuiden van de polder werd het windturbinepark Zijpe gerealiseerd.