Wat is de betekenis van Bedijking?

2024-03-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Bedijking

(1) Het bedijken. (2) Het resultaat van het bedijken, de nieuwe polder (vgl. de droogmakerijen geheten: 1e, 2e en 3e B. der Mijdrechtse Droogmakerij).

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bedijking

v. (-en), 1. het bedijken; 2. de aangelegde dijken ; 3. polder : de Alblasserwaard is een der oudste bedijkingen.

2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bedijking

v. bedijkingen (het bedijken; de gelegde dijken; het ingedijkte land).

Wil je toegang tot alle 8 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bedijking

het bedijken; ook: de aangelegde dijken. Men spreekt bijv. van de bedijking van den Wieringermeerpolder.