Lexicon van de Nederlandse Landstreken

dr. H.A. Visscher (2002)

Gepubliceerd op 24-02-2017

Bekken van Wolfheze

betekenis & definitie

Een grotendeels door de stuwwallen van Ede, Oud Reemst, Apeldoorn en Arnhem omsloten, relatief laag deel van de Zuid Veluwe. De laagte werd genoemd naar het er middenin gelegen dorp.

Smeltwater van het landijs dat de stuwwallen vormde, deponeerde in de laagte een dik pakket grove grindhoudende afzettingen. Bij de vorming van deze sedimenten is het grotendeels door de stuwwallen omsloten gebied aanmerkelijk opgehoogd. Ten opzichte van de stuwwallen bleef het echter duidelijk een laagte.
Het enigszins geaccidenteerde oppervlak van de ijssmeltwaterafzettingen ligt bij de stuwwal van Apeldoorn op ongeveer 50 meter boven N.A.P. Van daaruit daalt het in westzuidwestelijke richting.
Tussen de stuwwallen van Ede en Oud Reemst reikt het oppervlak van de smeltwaterafzettingen tot ongeveer 32 meter boven N.A.P. en helt het in zuidzuidoostelijke richting. In de omgeving van Renkum daalt het oppervlak van de smeltwaterafzettingen in zuidzuidwestelijke richting, waarbij de hoogteligging verder afneemt tot zo'n 14 meter boven N.A.P. Door haar uitgestrektheid konden er in de Laagte van Wolfheze lange asymmetrische dalsystemen ontstaan. De richting waarin ze lopen komt vrijwel overeen met die waarin het oppervlak van de nabije smeltwaterafzettingen helt. Aangenomen mag worden dat het (smelt)water, dat de afzettingen en dalen vormde, in ongeveer dezelfde richtingen stroomde. Het ligt voor de hand te denken, dat de dalen in de smeltwaterafzettingen werden gevormd en dus jonger zijn dan deze. In dat geval zijn de grote dalsystemen wel erg snel ontstaan. Rekening moet echter worden gehouden met de mogelijkheid, dat de dalen in oorsprong door het ijssmeltwater uitgeschuurde geulen waren en dit bij overstromingen de omgeving ervan ophoogde. Nadien kunnen de geulen dan als gewone dalen zijn geëvolueerd en hun sterk asymmetrisch karakter hebben gekregen.