Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Titsingh

betekenis & definitie

Titsingh, Isaäc, Nederlands koloniaal handelsman, *(gedoopt) 21.1.1745 Amsterdam, +9.2.1812 Parijs. Titsingh kwam in 1766 in dienst van de voc; hij ging naar Nederlands-Oost-Indië en werd directeur van de Compagnieshandel in Bengalen; hij had zitting in de → Raad van Indië.

Titsingh was ook nog gezant bij de keizer van China.

< >