Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Nieuw-Guinea

betekenis & definitie

Nieuw-Guinea (Indon. Irian), eiland ten westen van de Indonesische Archipel, noordelijk van Australië.

Het door de inheemse bevolking van Papua's bewoonde eiland werd waarschijnlijk reeds in het begin van de 16e eeuw opgemerkt door de Portugezen. Het werd in 1545 voor Spanje in bezit genomen door De Retes, die het naar het Afrikaanse Guinea de naam Nueva Guinea gaf. De eerste Nederlanders die het zagen waren de opvarenden van het schip Het Duyfken, dat 1606 langs de zuidkust voer. In 1616 brachten → Schouten en → Le Maire de noordkust in kaart (Schouten Eiland). In 1678 kwamen de eerste handelscontacten met de voc tot stand. De Engelsen stichtten er in 1793 een fort, dat zij echter twee jaar later weer verlieten. De Nederlanders op hun beurt stichtten een fort aan de Tritonbaai en namen het westen van het eiland tot de 141e graad oosterlengte in bezit. Wegens zware verliezen door ziekten moest het fort in 1836 worden opgeheven. In 1884 vestigden Duitsers zich aan de noordkust van oostelijk Nieuw-Guinea en stichtten Kaiser-Wilhelmshafen (nu Madang). Tezelfdertijd stichtten de Engelsen aan de zuidkust Port Moresby, waarmee Nieuw-Guinea was opgedeeld. Nederland vestigde zich in 1898 definitief in Fak-Fak en in Manokwari, terwijl Merauke in 1902 na zware strijd werd bezet. Het Engelse gedeelte (Papua) kwam in 1906 onder Australisch beheer. Na de Eerste Wereldoorlog werd het Duitse gebied als mandaat aan Australië overgedragen.

Tussen de twee wereldoorlogen was het Nederlandse concentratiekamp Boven-Digul berucht; het werd na 1926 ingericht voor Indonesische nationalisten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het eiland gedeeltelijk bezet door Japan. Na de oorlog werd het Duitse deel door de vn opnieuw als trustgebied aan Australië toegewezen en werd het met Papua onder één bestuur geplaatst. Nederlands-Nieuw-Guinea werd door Nederland in 1949 buiten de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië gehouden. Indonesië bleef echter op het gebied aanspraak maken. Aan het eind van de jaren vijftig begon → Sukarno zijn `confrontatiepolitiek' die gepaard ging met militaire infiltraties in Nieuw-Guinea. Na een scherpe politieke crisis droeg Nederland in oktober 1962 het beheer over aan de vn, die het in 1963 aan Indonesië overdroegen. Het werd een Indonesische provincie onder de naam Irian Jaya. Sindsdien is er sprake van Papua-verzet tegen het Indonesisch bewind. Het Australische Papua en het (voormalige Duitse) trustgebied Nieuw-Guinea kregen in 1973 intern zelfbestuur; in 1975 werd het een onafhankelijke republiek onder de naam Papua-Nieuw-Guinea.