Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Le Maire

betekenis & definitie

Le Maire (Lemaire), Isaäc, Nederlands koopman, *circa 1559 Doornik, +20.9.1624 Egmond-Binnen. Le Maire vestigde zich na de val van Antwerpen in 1585 als koopman in Amsterdam.

Hij nam in 1599 deel in de Brabantse Compagnie (→ Compagnieën van Verre). Hij was een van de oprichters en voornaamste aandeelhouders van de voc, lid van de Heren XVII. Le Maire trok zich in 1605 om niet geheel duidelijke redenen terug en werkte nadien de voc zoveel mogelijk tegen. Van 1608-1610 voerde hij onderhandelingen met Hendrik IV van Frankrijk om een Franse Oostindische Compagnie op te richten; deze plannen gingen door de moord op de Franse koning niet door. Daarna probeerde hij de voc te treffen door à la baisse (op prijsdaling) in aandelen van de voc te speculeren. In 1614 richtte hij de Austraal (zuidelijke) Compagnie op, die twee schepen uitrustte onder zijn zoon Jacques → Le Maire en Willem Cornelisz. → Schouten. Hij bedreef ook grondspeculatie (Oogduingronden, Nieuwlandpolder, zuidelijk van Huisduinen).