Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Nederlandse Handel-Maatschappij

betekenis & definitie

Nederlandse Handel-Maatschappij (nhm), opgericht in 1824 met een kapitaal van 37 miljoen gulden. Koning Willem I tekende voor vier miljoen gulden in en garandeerde de eerste tijd het dividend.

Het doel was tot nauwere samenwerking te komen tussen de bloeiende textielindustrie van het zuidelijk deel en de handel en scheepvaart van het noordelijk deel van het koninkrijk. Men wilde zo concurreren met de Engelse exportindustrie op Indië (katoenen stoffen). De nhm vervoerde en verkocht de gouvernementsprodukten van het → cultuurstelsel. Men kreeg deze goederen in consignatie (→ consignatiestelsel) en hield veilingen in Rotterdam, Amsterdam en Middelburg. Op koffie en suiker werden hoge winsten behaald. Van particuliere zijde was er nogal wat kritiek op de monopoliepositie van de nhm; spottend werd wel gezegd: Niemand Handelt Meer. Na de verdwijning van het cultuurstelsel ontwikkelde de nhm zich tot een grote bankinstelling en stichtte eigen cultuurondernemingen. In 1964 ging de maatschappij een fusie aan met de Twentsche Bank onder de naam Algemene Bank Nederland nv.