Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Investituurstrijd

betekenis & definitie

Investituurstrijd, strijd, van 1075-1122 gevoerd tussen de paus en de keizer van het Duitse Rijk over het recht bisschoppen te benoemen (→ investituur). De keizers hadden zich dit recht toegeëigend om tegenwicht te bieden aan de macht van hun wereldlijke → vazallen.

De bisschoppen werden niet alleen tot bisschop benoemd, maar tegelijkertijd tot wereldlijk heer over hun bisdom gemaakt. Het voordeel hiervan was dat de uitverkorenen hun keizer waren toegedaan. Daar het voor een geestelijke verboden was te trouwen, konden dergelijke lenen bovendien niet erfelijk worden (→ Ottoons stelsel). Paus Gregorius VII (1073-1085) eiste echter de afschaffing van de investituur door leken. Met name de wereldlijke invloed op de pauskeuze moest worden uitgeschakeld. De Investituurstrijd was feitelijk een machtsstrijd, met als inzet de suprematie van een van beide instanties. De keizer en zijn aanhangers zagen het kerkelijk gezag als ondergeschikt aan het wereldlijk gezag. In kringen van de kerkelijke hervormingsbeweging daarentegen was men overtuigd van de ondergeschiktheid van leken aan het kerkelijk gezag. Tijdens de strijd kozen veel bisschoppen de zijde van de keizer; de wereldlijke heren schaarden zich veelal aan de kant van de paus. De strijd eindigde in een nederlaag voor de keizer (concordaat van → Worms), wat een morele overwinning voor de Kerk betekende en een machtsversterking voor wereldlijke heren.