Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Daendels

betekenis & definitie

Daendels, Herman Willem, Nederlands staatsman en jurist, *21.10.1762 Hattem, +2.5.1818 Sint-George d'Elmina. Daendels week als → patriot bij de restauratie van 1787 uit naar Frankrijk; hij nam als generaal deel aan de veldtochten van 1793 en 1794 onder de Franse aanvoerders Dumouriez en Pichegru (→ Bataafse Legioen).

Hij trad in dienst van de → Bataafse Republiek en had een belangrijk aandeel in de staatsgrepen van 1798, wat hem de bijnaam `De Tweede Brutus' bezorgde. → Lodewijk Napoleon benoemde Daendels in 1806 tot staatsraad; hij werd in 1807 → gouverneur-generaal van Nederlands-Oost-Indië en maakte daar een einde aan vele misbruiken. Daendels voerde echter zelf een uiterst hard bewind, zoals onder andere bleek uit de aanleg van de grote militaire weg (de postweg) van Anjer naar Panarukan door de vordering van gedwongen diensten van de inheemse bevolking. Daendels werd in 1810 afgezet. Koning Willem I benoemde hem in 1815 tot gouverneur van de Nederlandse bezittingen op de kust van Guinea.