Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Castellum

betekenis & definitie

Castellum [Lat., verkleinwoord van castrum, legerkamp, meervoud castella], Romeins legerkamp voor hulptroepen (auxiliaria), die bestonden uit infanterieregimenten (cohorten) en ruitereenheden (alae). Hoewel kleiner dan de → castra, werden ze op dezelfde wijze aangelegd.

Castella deden dikwijls dienst als grensfort langs de → limes, zoals in Vechten (Fectio), Utrecht (Traiectum) en Zwammerdam (Nigrum Pullum). Soms lagen ze ook op strategisch belangrijke punten binnen het rijk, bijvoorbeeld bij Heerlen (→ Coriovallum) en Bavay (Bagacum). Bij elk castellum lag een nederzetting, een vicus, die door niet-militairen werd bewoond. De bewoners, bestaande uit handelaars, ambachtslieden, caféhouders, en dergelijke, moesten de militairen van het nodige voorzien. Deze vici waren geen burgerlijke nederzettingen in de strikte zin van het woord. Er was geen eigen bestuur, de vici stonden onder het gezag van de kampcommandant.

< >