Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Atjehoorlog

betekenis & definitie

Atjehoorlog, Nederlandse koloniale oorlog (1873-1914) ter onderwerping van Atjeh, gelegen in het noordwesten van Sumatra. Door het → Sumatratraktaat (1871) tussen Nederland en Engeland werd Nederland ontslagen van zijn verplichting de onafhankelijkheid van Atjeh te eerbiedigen (het eerdere → Sumatratraktaat van 1824).

In verband met de jarenlange zeeroverij van de Atjehers liet Nederland de traditionele onthoudingspolitiek varen en verklaarde in 1873 aan Atjeh de oorlog. Door gebrekkige militaire middelen, de economische malaise van 1883-1900, het gebrek aan inzicht en de doorwerking van de vroegere politiek van onthouding, leverde de periode tot 1900 een reeks militaire mislukkingen op. De eerste expeditie (april 1873) van drieduizend man onder leiding van generaal Köhler faalde; de generaal sneuvelde. De tweede expeditie (1873-1874) onder luitenant-generaal Van → Swieten wist de hoofdstad Kotaradja te bezetten. Generaal Van der → Heyden slaagde er met een leger van elfduizend man in Atjeh te pacificeren (1878-1881), maar de voorbarige instelling van een civiel bestuur kon Atjeh er niet onder houden. In 1885 besloot men tot het concentratiestelsel: er werd een keten van bentengs (versterkingen) om de stad gelegd en men bemoeide zich verder niet met de rest van het land, waar de bendeleider → Teuku Uma(r) opereerde. Dit stelsel werd gehandhaafd tot 1896. De nieuwe kapitalistische dynamiek, met de aantrekkingskracht van olie, tin, rubber, palmolie en sisal, bracht verandering en leidde tot een nieuwe tactiek. Met luitenant-generaal → Vetter begon weer een aanvallende politiek (1896). De beslissende stoot tot de onderwerping van Atjeh gaf Van → Heutsz. Het laatste verzet werd gebroken door Van → Daalens vermetele tocht naar de Gajo- en Alaslanden (1904), waarbij veel oorlogsmisdaden werden gepleegd; de gruwelen veroorzaakten een schandaal in Nederland, overigens zonder praktische gevolgen. De Japanse overwinning op Rusland (1905) en Van Daalens harde maatregelen leidden tot het oplaaien van het verzet, dat pas in 1912 definitief werd gebroken. Daarna werd Atjeh bestuurd als gouvernement; in 1918 kreeg het een geheel burgerlijk bestuur. De islamkenner → Snouck Hurgronje speelde in de pacificatie een belangrijke rol (→ Korte Verklaring). De Atjehoorlog kostte ongeveer tweehonderdduizend Atjehers het leven.

< >