[elektriciteit]
Zie: openbare dienstverplichtingen.
[gas]
De verplichtingen inzake openbare dienstverlening waarvoor de Gasrichtlijn in een bijzondere bepaling, namelijk artikel 3, tweede lid, voorziet, zijn verplichtingen die betrekking hebben op de veiligheid, die zowel de voorzieningszekerheid als de regelmaat, kwaliteit en prijs van de leveringen omvat, alsmede op de bescherming van het milieu.
Met volledige inachtneming van de toepasselijke bepalingen van het EG-Verdrag, met name artikel 86, mogen de lidstaten in het algemeen economisch belang aan aardgasbedrijven verplichtingen inzake openbare dienstverlening opleggen, die betrekking kunnen hebben op [de in de definitie genoemde belangen]. Deze verplichtingen, die duidelijk gedefinieerd, transparant, niet-discriminerend en controleerbaar moeten zijn, alsmede de eventuele herzieningen daarvan, worden door de lidstaten gepubliceerd en onverwijld aan de Europese Commissie meegedeeld. Voor het nakomen van verplichtingen inzake openbare dienstverlening met betrekking tot de voorzieningszekerheid, mogen de lidstaten die dat wensen langetermijnplanning toepassen, daarbij rekening houdend met de mogelijkheid dat derde partijen toegang tot het systeem wensen (artikel 3, tweede lid, Gasrichtlijn).
In de considerans van de Gasrichtlijn wordt overwogen dat het opleggen van verplichtingen inzake openbare dienstverlening voor sommige lidstaten noodzakelijk kan zijn om de voorzieningszekerheid en de bescherming van de consument en milieu te waarborgen, hetgeen de vrije concurrentie alléén naar de mening van deze lidstaten niet altijd kan bieden (overweging 12 Considerans Gasrichtlijn).
Verder wordt in de considerans van de Gasrichtlijn overwogen dat langetermijnplanning een van de middelen kan zijn om de verplichtingen van openbare dienstverlening uit te voeren, waarbij rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat derden toegang tot het systeem wensen (overweging 13 Considerans Gasrichtlijn).
In de considerans van de Gasrichtlijn wordt verder overwogen dat ondernemingen die belast zijn met het beheer van diensten van algemeen economisch belang krachtens artikel 86, tweede lid, EG-Verdrag onder specifieke voorwaarden onder de regels van het EG-Verdrag, met name onder de mededingingsregels, vallen en dat de toepassing van de Gasrichtlijn gevolgen heeft voor de activiteiten van dergelijke ondernemingen. In artikel 3, derde lid, Gasrichtlijn is bepaald dat de lidstaten met name niet verplicht zijn artikel 4 Gasrichtlijn toe te passen op hun distributie-infrastructuur, zodat gasbedrijven niet worden verhinderd de hun opgelegde verplichtingen van algemeen economisch belang in feite of in rechte na te komen (overweging 15 Considerans Gasrichtlijn). Artikel 4 Gasrichtlijn bevat voorwaarden die de Gasrichtijn stelt in situaties waarin toestemming (bijvoorbeeld vergunning, toelating, concessie, instemming of goedkeuring). vereist is voor de bouw of exploitatie van aardgasinstallaties, pijpleidingen en bijbehorende uitrusting op het grondgebied van een lidstaat.
De taakopdracht van Gasunie is te beschouwen als ‘beheer van diensten van algemeen economisch belang’ (EK 1999-2000, 26 463, nr. 210b, p. 31).
In het kader van de Belgische wetgeving wordt verwezen naar ‘openbare dienstverplichtingen’.
Zie ook: aardgasbedrijf, C: diensten van algemeen economisch belang, C: distributie, C: langetermijnplanning, C: systeem.
Vergelijk: E: openbare dienstverplichting.