Transporten met een looptijd van ten minste één klokuur en maximaal één kalenderdag (artikel 5.6.6.1 NetCode).
Alle resterende [d.w.z. na toedeling aan jaar- en maandveiling] capaciteit [op de landsgrensoverschrijdende netten], met een minimum van 100 MW, vermeerderd met de capaciteit die niet benut wordt en incluis de andere helft van de niet benutte capaciteit uit de SEP-transporten, komt vervolgens ten goede aan de spottransporten. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet dient deze capaciteit voor spottransporten op uurbasis vast te stellen, en daarbij rekening te houden met het salderen van stromen (kantpunt 24 uit DTe-besluit 00-074).
Zie ook: netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, D: jaarveiling, D: maandveiling, D: SEP-transporten.