Onder de naam regulerende energiebelasting wordt een belasting geheven op [onder andere] aardgas en elektriciteit ter zake van de levering via een aansluiting aan de verbruiker (artikel 36b, onderdelen d en e, juncto 36c, tweede en derde lid, Wet belastingen op milieugrondslag). Ook het verbruik van aardgas en elektriciteit die anders verkregen zijn dan door levering, is aan de regulerende energiebelasting onderworpen (zie artikel 36c, vijfde lid, Wet belastingen op milieugrondslag).
In feite wordt de regulerende energiebelasting dus geheven ter zake van het verbruik van aardgas en elektriciteit: het wordt immers geheven ter zake van (het verbruik gedekt door). levering en het verbruik dat niet gedekt wordt door (externe). levering.
Met betrekking tot aardgas en elektriciteit wordt de belasting geheven van degene die de levering verricht (artikel 36e, tweede lid, Wet belastingen op milieugrondslag). De belasting die verschuldigd is voor het verbruik van aardgas of elektriciteit die anders dan door levering verkregen zijn, wordt geheven van de verbruiker (artikel 36e, derde lid, Wet belastingen op milieugrondslag). Ook indien de leverancier niet in Nederland gevestigd is of in Nederland geen vaste inrichting heeft, wordt de belasting geheven van de verbruiker (artikel 36e, vierde lid, Wet belastingen op milieugrondslag).
Hieronder wordt de stand van zaken rond de regulerende energiebelasting beschreven zoals deze is op 1 november 2002. De materie lijkt sterk in beweging en zal waarschijnlijk in 2003 enkele wijzigingen ondergaan.
Vrijstelling van de belasting wordt verleend ter zake van de levering van aardgas dat wordt gebruikt als brandstof voor het opwekken van elektriciteit in een installatie met een elektrisch rendement van minimaal 30%, alsmede ter zake van de levering van aardgas dat wordt gebruikt als grondstof voor de productie van belastbare producten als bedoeld in artikel 36b, tweede lid, [Wet belastingen op milieugrondslag; namelijk elk product dat direct of indirect is bestemd voor gebruik, wordt aangeboden voor verkoop of wordt gebruikt als aardgas.] dan wel als additief of als vulstof in dergelijke producten (artikel 36k, eerste lid, Wet belastingen op milieugrondslag). Als installatie met een elektrisch rendement van minimaal 30% wordt aangemerkt een installatie met een gemiddeld gebruik van maximaal 0,38 Nm3 aardgas per opgewekt kWh (artikel 36k, tweede lid, Wet belastingen op milieugrondslag).
Duurzame energie heeft een speciale, gunstige positie bij de regulerende energiebelasting. Zo is niet belastbaar het eigenverbruik van een verbruiker die:
a). elektriciteit heeft opgewekt door middel van windenergie, zonne-energie of installaties waarin biomassa zonder enige bijstook of bijmenging van kunststoffen thermisch wordt verwerkt onder omzetting in elektriciteit;
b). elektriciteit heeft opgewekt door middel van een noodinstallatie in geval van storingen bij de levering via het net;
c). biomassa heeft omgezet en opgewerkt tot aardgas;
d). elektriciteit heeft opgewekt door middel van een installatie voor warmtekrachtkoppeling (artikel 36c, zesde lid, Wet belastingen op milieugrondslag).
Voor de regulerende energiebelasting bestaat een nihiltarief, dat wordt gehanteerd voor elektriciteit voor zover de belastingplichtige beschikt over een met die levering [van elektriciteit] overeenkomstige hoeveelheid groencertificaten als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998, en voor zover ter zake van de levering ervan een specifiek contract is gesloten met de verbruiker. Het nihiltarief is niet van toepassing op elektriciteit die is opgewekt door middel van waterkracht (artikel 36i, zesde lid, Wet belastingen op milieugrondslag).
Op de belasting die is verschuldigd ter zake van de levering van elektriciteit en aardgas wordt een vermindering toegepast voor zover in die levering elektriciteit is begrepen die is opgewekt door middel van windenergie, zonne-energie, kleinschalige waterkracht of installaties waarin biomassa zonder bijstook of bijmenging van kunststoffen thermisch wordt verwerkt onder omzetting in elektriciteit, respectievelijk voor zover in die levering aardgas is begrepen dat afkomstig is uit de omzetting van biomassa (artikel 36o, eerste lid, Wet belastingen op milieugrondslag).
De vermindering bedraagt de ter zake van de levering van op duurzame wijze geproduceerde energie, bedoeld in het eerste lid, verschuldigde belasting en is slechts van toepassing voor zover wordt aangetoond dat het bedrag van de vermindering wordt doorgegeven aan degene die de elektriciteit op de [duurzame] wijze heeft opgewekt respectievelijk aan degene die biomassa heeft omgezet en opgewerkt tot aardgas (artikel 36o, tweede lid, Wet belastingen op milieugrondslag).
Op de belasting die is verschuldigd ter zake van de levering van elektriciteit wordt een vermindering toegepast voor zover in die levering elektriciteit is begrepen die is opgewekt door een afvalverbrandingsinstallatie. De vermindering bedraagt 50 percent van de ter zake van de levering van de door de afvalverbrandingsinstallatie opgewekte elektriciteit verschuldigde belasting en is slechts van toepassing voor zover wordt aangetoond dat het bedrag van de vermindering wordt doorgegeven aan de afvalverbrandingsinstallatie (artikel 36r, eerste en tweede lid, Wet belastingen op milieugrondslag).
De in artikel 36o Wet belastingen op milieugrondslag bedoelde vermindering is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de levering van warmte die is opgewekt door middel van installaties waarin biomassa zonder enige bijstook van andere stoffen thermisch wordt verwerkt onder omzetting in elektriciteit en warmte, en warmte die is opgewekt met behulp van een aardwarmtewinningssysteem, met dien verstande dat voor de berekening van de vermindering als verschuldigde belasting ter zake van de levering van deze warmte in aanmerking wordt genomen de belasting die verschuldigd zou zijn indien de levering van warmte belast zou zijn tegen een tarief van 1,82 euro per GJ (artikel 36o, vierde lid, Wet belastingen op milieugrondslag).
Op de belasting die is verschuldigd ter zake van de levering van aardgas en elektriciteit wordt een vermindering toegepast ter zake van de bedragen die de belastingplichtige heeft uitgekeerd in verband met de aanschaf van niet eerder gebruikte energiezuinige apparaten, energiebesparende voorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie (energiepremies). (artikel 36p, eerste lid, Wet belastingen op milieugrondslag).
Een synoniem voor de regulerende energiebelasting is ecotaks.
Zie ook: duurzame elektriciteit, D: nihiltarief.