Proces waarbij een atoomkern splitst in (meestal). twee kernen van lichtere elementen waarbij belangrijke hoeveelheden energie vrijkomen evenals twee of meer neutronen. Deze neutronen kunnen een nieuwe kernsplitsing veroorzaken waardoor een kettingreactie ontstaat.
De meest gebruikte splijtbare materialen zijn uranium 235 en plutonium 239. Ze worden in kerncentrales als splijtstof gebruikt, waarbij de vrijgekomen warmte via een stoomcyclus wordt omgezet in elektriciteit.
Zie ook: splijtstof