Het vermogen dat een aangeslotene redelijkerwijs verwacht maximaal op enig moment in het jaar nodig te hebben op zijn aansluiting (Begrippenlijst; artikel 3.7.4 TarievenCode).
Het gaat hier om het (maximale). transportvermogen dat een aangeslotene bij de netbeheerder gecontracteerd heeft en daadwerkelijk mag benutten.
Het gecontracteerd transportvermogen wordt gelijkgesteld met ‘beschikbaar gesteld vermogen’.
Het begrip dient overigens onderscheiden te worden van ‘aansluitcapaciteit’, dat gedefinieerd is als het transportvermogen van de aansluiting zoals door een potentiële aangeslotene is aangevraagd en waarvoor het aansluittarief wordt betaald. Zo kan een aangeslotene bijvoorbeeld verzoeken om een aansluitcapaciteit van 200 kVA, maar voor het eerstvolgende jaar een transportvermogen contracteren van slechts 150 kVA.
Iedere verbruiker met een aansluiting groter dan 3*80 A is verplicht om aan de netbeheerder een waarde voor het gecontracteerde transportvermogen op te geven (artikel 3.7.4 TarievenCode).
Het gecontracteerd transportvermogen bepaalt in welke tariefcategorie een aangeslotene wordt ingedeeld voor het transportafhankelijke verbruikerstransporttarief (TAVT). (zie artikel 3.7.2 TarievenCode).
In beginsel wordt uitgegaan van een waarde voor het gecontracteerd transportvermogen die voor onbepaalde tijd geldt, maar op verzoek, dan wel door overschrijding van de waarde kan die waarde aangepast worden (artikel 3.7.11 TarievenCode).
Zie ook: aangeslotene, D: aansluitcapaciteit, D: aansluiting, D: beschikbaar gesteld vermogen, D: tariefcategorie, D: transportafhankelijke verbruikerstransporttarief, D: vrije afnemer.