Een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die een gasopslagplaats beheert (artikel 1, eerste lid, onderdeel g, Gaswet).
Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een gasopslaginstallatie beheert, voor zover deze, al dan niet krachtens artikel 18, tweede lid, Gaswet, een economische machtspositie heeft (artikel 1, onderdeel d, Richtlijnen Gasopslag 2002; artikel 1, eerste lid, onderdeel d, Richtlijnen Gasopslag 2003).
De in de Gaswet opgenomen definitie van gasopslagbedrijf is ontleend aan de in de Gasrichtlijn opgenomen definitie van opslagbedrijf (MvT, TK 1998-1999, 26 463, nr. 3, p. 29).
In de Richtlijnen Gasopslag 2002 en 2003 van de DTe is de term ‘gasopslagbedrijf’ enigszins afwijkend van de definitie in de Gaswet gedefinieerd, nu daarin onder gasopslagbedrijf wordt verstaan ‘een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een gasopslaginstallatie beheert, voor zover deze, al dan niet krachtens artikel 18, tweede lid, Gaswet, een economische machtspositie heeft (artikel 1, onderdeel d, Richtlijnen Gasopslag 2002; artikel 1, eerste lid, onderdeel d, Richtlijnen Gasopslag 2003).
De reden waarom de DTe in de Richtlijnen Gasopslag 2002 en 2003 een beperkte definitie van gasopslagbedrijf hanteert, is dat de DTe op grond van de artikelen 12 en 13 jo. 18, eerste lid, Gaswet alleen bevoegd is om richtlijnen vast te stellen ten aanzien van gasopslagbedrijven die een economische machtspositie hebben. Over andere gasopslagbedrijven heeft de DTe geen jurisdictie.
Zie ook: economische machtspositie, D: gasopslaginstallatie, C: opslagbedrijf.