[elektriciteit]
Het principe waarbij kosten op basis van loadflowgegevens verdeeld worden over verbruikers aangesloten op dat netvlak en het aangesloten netvlak van lager spanningsniveau (Begrippenlijst).
Het cascadeprincipe (Begrippenlijst). wordt in de TarievenCode consequent cascadebeginsel genoemd. Beide begrippen zijn identiek. Paragraaf 3.6 van de TarievenCode werkt het cascadebeginsel uit.
Het transporttarief is gefundeerd op de beginselen van Netwerk Service en op het systeem van point tariffs (punt 3.2 Uitgangspunten nettarieven).
Het cascadetarief, het onderscheid in leveringstrappen, is een van de bepalende aspecten van Netwerk Service. Er worden in beginsel vijf leveringstrappen onderscheiden, namelijk 380/220 kV, 150/110 kV, 50/25 kV, 20/10 kV en minder dan 10 kV. Aan elke leveringstrap dienen de daarbij behorende kosten te worden toegerekend, waarin tevens zijn begrepen de kosten van de ‘hoger’ resp. ‘lager’ gelegen leveringstrappen. De transporttarieven dienen deze kostentoerekeningen te reflecteren. Dit zogenaamde cascadestelsel kan in beginsel in neerwaartse richting respectievelijk in opwaartse richting gelden (punt 3.2.3 Uitgangspunten nettarieven).
Het cascadestelsel is, evenals de systeemtarieven, een belangrijk element van de nettarieven.
Door de cascadesystematiek worden de kosten van transport- en systeemdiensten zodanig doorberekend dat iedere verbruiker betaalt voor het spanningsniveau waarop hij is aangesloten en de hoger liggende niveaus. Hierdoor krijgen eindverbruikers twee voordelen, te weten het profijt van de betrouwbaarheid van het gehele systeem en toegang tot het gehele netwerk tegen hetzelfde tarief. Het meebetalen aan de kosten van hogere spanningsniveaus gebeurt voor een deel op basis van de hoeveelheid elektriciteit die op lagere spanningsniveaus wordt betrokken van de netten met hogere spanningsniveaus. Wanneer op een lager spanningsniveau een decentrale productie-eenheid wordt aangesloten, hoeft voor de totale elektriciteitsvraag op dat net minder elektriciteit van hogere netten te worden betrokken. De financiële vergoeding die betaald moet worden aan de netten van een hoger spanningsniveau, neemt als gevolg hiervan af. Dit aspect van het cascadesysteem relativeert de gevolgen voor afnemers van het meebetalen aan hoger liggende netten. Op een deelnet waar vraag en aanbod nagenoeg met elkaar in evenwicht zijn wordt ook veel minder aan de hoger liggende netten meebetaald (MvA, EK 1998-1999, 26 303, nr. 225c, p. 26-27).
Volgens de cascadesystematiek hebben afnemers met een nettarief toegang tot alle producenten in het gehele land (MvA, EK 1998-1999, 26 303, nr. 225c, p. 28).
Zie ook: eindverbruiker, D: nettarief, D: Netwerk Service, D: systeemdiensttarief, D: transporttarief.
[gas]
Zie: cascademodel.