In de Nederlandse gassector heeft het Groningenveld een balansfunctie. De balansfunctie van het Groningenveld strekt er enerzijds toe om de basisvraag naar gas – waaraan in eerste instantie met gas uit de ‘kleine velden’ wordt voldaan – aan te vullen.
Dit gebeurt doordat Gasunie de basisvraag naar gas met gas uit de ‘kleine velden’ voldoet en de winning uit het Groningenveld zodanig wordt gereguleerd dat daarmee in de resterende vraag, waaraan niet met gas uit de ‘kleine velden’ kan worden voldaan, wordt voorzien. Anderzijds strekt de balansfunctie van het Groningenveld ertoe om de korte termijn onbalans in het gassysteem op te vangen. Met de winning van het aardgas uit het Groningenveld worden onderbrekingen en schommelingen van de winning van de ‘kleine velden’ en schommelingen aan de vraagzijde van de gasmarkt opgevangen en gecompenseerd (zie L.A. Zima, Kleine-veldenbeleid, p. 60, in: Energieliberalisatie in Nederland, M.M. Roggenkamp en J.A.M. Bos, Groningen, 2001).
De exploitatie van het Groningenveld moet primair bezien worden tegen de achtergrond van de balansfunctie. De balansfunctie van het Groningenveld kan nog circa 20 tot 25 jaar gehandhaafd blijven (MvA, EK 1999-2000, 26 463, nr. 210b, p. 30).
De verkoop van het aardgas uit het Groningenveld en de afstemming van de winning en de afname van het Groningengas en het gas uit de ‘kleine velden’ is in handen van Gasunie.
Zie ook: depletiebeleid, D: Gasunie, D: kleine-veldenbeleid.