Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Irrigator

betekenis & definitie

apparaat voor lavementen, bestaande uit een glazen, geëmailleerd of rubber vat met een inhoud van ongeveer 1 liter (vaak voorzien van maatstreepjes), dat opgehangen of opgesteld kan worden en met aan de onderkant een afvoer, waaraan een rubberslang van ongeveer 1 meter lengte. Deze eindigt in een (glazen of hard rubberen) canule.

< >