Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Constitutie

betekenis & definitie

lichaamsbouw en psychische gesteldheid. C. omvat de voor het individu karakteristieke lichamelijke kentekenen en reacties en ook de psychische kentekenen en wijze van reageren.

Deze zijn deels overgeërfd, deels echter ook in de loop van het leven verworven. De c. omvat dus de er/massa, de gezamenlijke genen, het geërfde beeld, maar ook het verschijningsbeeld van deze wijzen van reageren. Alle pogingen om de eigenschappen die ieder mens eigen zijn in groepen te rangschikken, kunnen slechts een grove schets opleveren. Het behoort immers tot het wezen van de c. dat ze individueel is omdat er nooit twee wezens op de wereld kunnen zijn, die in alle opzichten aan elkaar gelijk zijn. Indeling in groepen kan daarom alleen gebeuren op grond van een of meerdere bij elkaar behorende kentekenen. Men kan een indeling maken volgens uiterlijke of volgens innerlijke kentekenen. Indeling naar uiterlijke kentekenen, waarbij de erfelijke samenhangen meegerekend worden, leidt tot indeling volgens rassen.

Het is echter nuttiger volgens constitutietypen in te delen. Prof. Kretschmer onderscheidt het gedrongen type met ronde vormen, teer beendergestel en zwakke musculatuur, dat is het pycnische type; dan het slanke type met lange sterke beenderen en sterke spieren, het atlethische type en het slanke type met lange beenderen, dat echter zwak is in lichaamsbouw, musculatuur en prestatievermogen, het asthenische of leptosome type. Volgens de wijze waarop mensen psychisch reageren onderscheidt men de individualist met ongedurig temperament, die neigt tot alles of niets en naar buiten toe stroef is in zijn optreden, met kwetsbare, koele afstemming zonder in staat te zijn tot diepgaand beleven, het schizothyme type, van het cyclothyme type. Dit laatste heeft een beweeglijk tot gemakkelijk temperament, waarvan de afstemming schommelt tussen vrolijk en droevig; het houdt van gezelligheid, is verdraagzaam, zoekt naar evenwicht; is natuurlijk en licht ontroerd en kan diep beleven en gevoelen. Volgens de leer van Kretschmer bestaat er min of meer overeenstemming tussen het pycnische en het cyclothyme type, het asthenische en het schizothyme type, zodat men de psychische gesteldheid en wijze van reageren al aan de uiterlijke verschijning kan aflezen. Dat is slechts tot op zekere hoogte juist, d.w.z. deze overeenstemming bestaat alleen in de meerderheid van de gevallen, zodat het niet mogelijk is zonder fouten te maken alleen uit het uiterlijk af te leiden hoe de psychische gesteldheid is. Er bestaan ook indelingen volgens de wijze van lichamelijk reageren. Zo kan men zwakke, normale en sterke naturen, prikkelbare van minder heftig reagerende c. onderscheiden.

De geneesheren uit de Oudheid deelden de c. in volgens de 4 klassieke temperamenten, die zij verklaarden uit een ongelijke menging van de lichaamsvochten. Wanneer iemand teveel „bloed” had, spraken ze van een sanguinisch, bij teveel „gal” van een cholerisch, teveel „slijm” van een flegmatisch en bij teveel „zwarte gal” van een melancholisch type. Tegenwoordig verklaart men de temperamenten niet meer als een teveel van een of ander lichaamsvocht. Volgens de reactie van het levenszenuwstelsel geeft men een indeling in twee typen: bij de een overheerst het sympathisch zenuwstelsel (sympathicotonisch) en bij de ander de nervus vagus (vagotonisch). Ook de homeopathie heeft al sinds Hahnemann de c. in haar leer ingebouwd. Ze kent uitgesproken constitutiemiddelen, die alleen bij bepaalde mensentypen werkzaam zijn, maar dan ook wel in bijzondere mate. De typen worden aangeduid met de naam van het middel.

Zo spreekt men van een pulsatilla- of een sepiavrouw, een nux-vomica-type, enz. Zie ook: Huter en Mayr-kuur.