Gepubliceerd op 18-08-2020

Klakkeloos

betekenis & definitie

afl. van klak, d.i. klap, slag; het is een klanknabootsing: „Met een klak viel de kan op den grond”; klakkebus = klapbus. Klakkeloos wil dus zeggen: zonder slag, zonder geluid, en vandaar: onverwachts, zooals iemand, die ons geluidloos nadert: „Hij krijgt zoo klakkeloos de koorts op ’t lijf.” Ook: zich klakkeloos overgeven, d.i. zonder slag, zonder verweer; vandaar: iemand klakkeloos beschuldigen, d.i. zonder grond.