Wat is de betekenis van Klakkeloos?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klakkeloos

klakkeloos - Bijwoord 1. direct, zonder nadenken of te controleren, kritiekloos Het klakkeloos knippen en plakken van wikipedia artikelen, wat veel middelbareschoolscholieren doen, is niet echt verstandig. Woordherkomst van het Middelnederlandse woord clackeloos; op te vatten als a...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

klakkeloos

klakkeloos - bijwoord uitspraak: klak-ke-loos 1. zonder na te denken, niet kritisch ♢ hij heeft het antwoord klakkeloos van mij overgeschreven Bijwoord: klak-ke-loos

2024-04-20
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Klakkeloos

Het woord klak heeft drie betekenissen of liever: er zijn drie woorden klak. Het eerste is: pet, het tweede: vlek, smet en het derde: klap. Het laatste kennen wij nog in: hij klakte met de tong. Nu waren er vroeger twee woorden klakkeloos, één afgeleid van klak: vlek en één van klak: klap. Het eerste betekende: smetteloo...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

klakkeloos

onverwags, onvoorsiens; sonder rede of motief; sonder na te dink; argeloos.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klakkeloos

bn. bw., 1. onverwachts, onvoorziens: het viel mij zo klakkeloos op het lijf; 2. zonder bedenken, zonder overweging, onnadenkend, zo maar: elke verdachtmaking werd klakkeloos als waarheid aangenomen ; dat is klakkeloos uit het Duits overgenomen ; — ook : zonder behoorlijke grond: iem. klakkeloos beschuldigen, als bn. (ongewoon)...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

klakkeloos

I. bn. (ongemotiveerd, willekeurig): een klakkeloze beschuldiging; II. bw. (1 onverhoeds, zo maar ineens; 2 zonder dat men weet hoe, als vanzelf, zomaar; 3 zonder bedenken; onnadenkend, onredelijk): 1. hij krijgt zo klakkeloos de koorts op het lijf; iem. klakkeloos beschuldigen; 2. zo klakkeloos in goeien doen raken; 3. iets klakkeloos als waarh...

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

klakkeloos

('klakkə) bn. (...loze) en bw. 1. onverwachts, onvoorziens : iemand op het lijf vallen. 2. zonder reden : een ...loze beschuldiging. 3. zo maar, zonder boos opzet : hij zei dat -.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Klakkeloos

afl. van klak, d.i. klap, slag; het is een klanknabootsing: „Met een klak viel de kan op den grond”; klakkebus = klapbus. Klakkeloos wil dus zeggen: zonder slag, zonder geluid, en vandaar: onverwachts, zooals iemand, die ons geluidloos nadert: „Hij krijgt zoo klakkeloos de koorts op ’t lijf.” Ook: zich klakkeloos overg...