1. ĭi, m. vaandrig (bij het Romeinse leger).
2. ĭi, m. plur., vexillārĭi, ōrum, m., onder de keizers, de na twintigjarige diensttijd van hun eed ontslagen veteranen (exauctorati), die, totdat zij geheel ontslagen werden, een afzonderlijk corps vormden, de veteraanvexillariërs, reservecorps; een onder een vexillum gedetacheerde afdeling van een corps, detachement.