Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Tune

betekenis & definitie

1. adv. (van gelijktijdige zaken) toen, juist toen, tune . . . quum, Cic., Quint., absol., Pl., Prop.

2. adv. (van een bepaald tijdstip in het verleden) toenmaals, toentertijd, tune . . . quum, Pl., Ov., absol., Cic., Caes., verbonden tune temporis, Iust.

< >