Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Mŏvĕo

betekenis & definitie

mōvi, mōtum (2);

I. a. eig., in beweging brengen, bewegen, schudden, heen en weer bewegen, zwaaien, caelum, Cic., per aëra crinem, laten fladderen, Ov., brachia in herbas, uitstrekken, Ov.; refl., movere, zich bewegen, terra movet, beeft, Liv., voluptas movens, in beweging bestaande, Cic.; in het pass. mediaal moveri, zich bewegen, Ov., vand. poët., (van aderen) kloppen, (van kikvorsen) springen. | (van pantomimische beweging en dans) corpus ad numeros, Sen., refl., se movere, Cic., in het pass. moveri, mediaal, Hor. = pantomimes uitvoeren, dansen, en zo c. acc., moveri Cyclopa, pantomimisch voorstellen, Hor.; (de mond bij het gezang) bewegen, (de snaren) tokkelen. | omploegen, bewerken, humum, Plin. ep.; opwoelen, doorklieven, mare, Ov. | arma, de wapens opnemen, Verg., Liv., neutra arma movere, neutraal blijven, Ov.
b. overdr., se movere, zich bewegen, - roeren, - reppen, move te odus, Ter., in het pass., moveri mediaal, hostes in Samnio moverentur, Liv. | (op het lichaam) een nadelige invloed hebben, (het) aantasten, corpora, Liv. | (in geestelijke zin) bewegen, draaien en wenden, neque se in ullam partem movebat, koos geen enkele partij, Caes., multa animo m., overleggen, Verg., eadem illa, met dezelfde plannen omgaan, Sall.; (op iemd = op iemds zintuigen) indruk maken, invloed uitoefenen, (iemd) treffen, oculos, Cic.; (op iemd = op iemds gemoed) een indruk teweegbrengen, zowel = (iemd) onrustig -, bezorgd maken, doen ontstellen, - sidderen, als = (iemd) roeren, vermurwen, tot medelijden bewegen, (iemds) deelneming opwekken, en eindelijk = (iemd) verstoord maken, ophitsen, in ’t harnas jagen, alci animum, Liv.; (op iemd = op iemds wil en besluit) werken, invloed uitoefenen, (iemd) bewegen, overhalen, vand. quaedam quasi moventia, zekere beweegredenen, Cic.; (iemd) bezielen, alqm thyrso, Ov.; (iemds denkkracht) opwekken, prikkelen, acute, per acute moveri, scherpzinnig, zeer scherp denken, Cic. | (in staatkundige zin) in beweging brengen, opruien, in onrust (opstand) brengen, quieta, Sall., omnia, Sall.; pass. moveri = in onrust (opstand) geraken, onrustig worden, Sall. | (aan iets) tornen, (iets) doen wankelen, schokken, veranderen, alcs sententiam, Cic., fidem, Ov. I (geld van iemd) loskrijgen, bekomen, ab alqo, Cic.

II. praegn.,

a. (ergens vandaan) te voorschijn bewegen, - brengen, - halen, limum e gurgite, opwoelen, Ov., motum ex profundo mari, Curt., testa moveri digna bono die, Hor.; (van knoppen) pass. moveri mediaal = uitlopen, -spruiten, de palmite, Ov. | overdr., op-, verwekken, veroorzaken, risum, Cic., fletum populo, Cic., iocum, Sall., suspicionem, Cic.; (een onderlinge bespreking) doen plaats hebben, (iets) aanroeren, ter sprake brengen, consultationem, actionem, Liv., historias, Hor.; (een handeling enz.) beginnen, ondernemen, cantus, aanheffen, Verg., bellum, Cic., en zo in ‘t alg., ne quid ab ter go moveretur, Liv., refl., iam undique pugna se moverat, was aan de gang, Curt.; (iets) aan de dag leggen, tonen, numen, een wenk geven, Liv., qui nimiae moverat artis opem, Ov.
b. van zijn plaats -, wegbewegen, - brengen, - voeren, - rukken, verdringen, verwijderen, fundamenta loco, Cic., refl., se loco movere non posse, Caes., res quae moveri possunt, Nep., of res moventes, Liv., roerende goederen, refl. se movere, en pass. moveri mediaal = zich verwijderen, opbreken, weggaan, vertrekken, se istinc, Cic., se ex urbe, Nep., se de Cumano, Cic., se humo, Ov., absol., Aurora se movet en Aurora movetur, Ov.; (als militaire term) m. signa, Liv., castra, Cic., Caes., en dgl., en alleen movere, Cic., opbreken, uitrukken, vooruitrukken: (als religieuze term) m. bidental, verplaatsen en zo schenden, Hor., Dianae non movenda numina, onschendbare, Hor. | overdr., (iemd uit zijn huis, vaderland, werkkring enz.) verwijderen, stoten, mota loco sim, verbannen, Ov., alqm ex agro, Cic., alqm possessionibus, Cic., hostem statu of gradu, Liv., vooral alqm loco senatorio, Liv., of senatu, Sall., of de senalu, Cic., signiferum loco, afzetten, Caes.; (iemd van een mening enz.) afbrengen, alqm de sententia, Liv., alqm a vero, Sall.
c. = mutare, veranderen, herscheppen, quorum forma semel mota est, Ov. | overdr., motum ex antiquo, verandering van het gebruikelijke, Liv.

< >