Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Mīnōs

betekenis & definitie

1. nōis, m. zoon van Zeus en Europa, broer van Rhadamanthus, koning en wetgever op Creta, na zijn dood rechter in de onderwereld.

2. nōis, m. Minos II, zoon van Lycastus, kleinzoon van de vorige Minos, koning van Creta, gemaal van Pasiphaë, vader van Deucalion, Ariadne enz., bouwer van het labyrinth.

Daarv. Mīnōĭs, ĭdis, acc. ĭda, f. de Minoĭde, d. i. dochter van Minos (Ariadne); Mīnōĭus, en Mīnōus, Minoisch, poët. = Cretensisch; Mīnōtaurus, i, m. zoon van Pasiphaë, half mens en half stier, door Theseus met de hulp van Ariadne gedood.