Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Lictŏr

betekenis & definitie

ōris, m. de lictor, plur. lictores, de lictoren, de dienaren der hogere magistraten, voor wie zij de fasces vooruit droegen, plaats maakten en erop letten, dat hun de behoorlijke eerbied bewezen werd, terwijl zij verder aan hen, die door deze magistraten veroordeeld waren, de straf voltrokken.

< >