pertus sum (4);
I. ondervinding van iets trachten op te doen, iets te weten trachten te komen, beproeven, proberen
a. in ’t alg., beproeven = onderzoeken, op de proef stellen. | (in vijandige zin) zich met iemd meten, absol., Caes., alqm, Nep.; (in een proces) tegen iemd in rechten optreden, cum alqo, Cic., gravi iudicio, Cic., de tantis iniuriis, Cic.
b. beproeven = gebruik maken van, doen gelden, het op iets laten aankomen, wagen, op het spel zetten, ius, zijn recht doen gelden, Cic., en zo experiri legibus, de weg van rechten inslaan, Nep.; iudidum populi Romani, het op de beslissing van het Romeinse volk laten aankomen, Liv.
II. ondervinding opdoen van, leren kennen, bevinden, zien, ervaren, ondervinden, beleven, alqm fortem inimicum, Nep., de me experior, ik zie het aan mij zelf, Cic.
