Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Errŏr

betekenis & definitie

ōris, m.

1. in ’t alg., het ronddwalen, -dolen, zwerftocht, omzwerving, ronddoling. | overdr., weifeling, twijfel.
2. in ’t bijz., het verdwalen, gewl. van personen, errore viarum, door het afdwalen van de rechte weg, Liv.; ook = een schot, dat mist. | overdr., (als toestand) dwaling, vergissing, waan, soms meton. = het misleidende; in ’t bijz., verblinding, waanzin (ook van blinde hartstocht), ook = angst, vrees. | (als handeling) = vergissing, misvatting, fout; morele misstap, afdwaling.

< >