Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Dēfungor

betekenis & definitie

functus sum, dep. (3), zich (van iets, vooral van iets lastigs of onaangenaams) kwijten, voleinden, doorstaan, er door -, er van afkomen, periculis, Cic. | in ’t bijz., het leven beëindigen, defunctus vitā, Verg., Sen., of temporibus suis, Hor., of terrā, Verg., en morte egregiā, Curt.; absol., defunctum esse, overleden, dood zijn, Liv. epit., Tac., defunctus, overleden, dood, Ov., Plin. ep., vand. defunctum corpus, lijk, Curt.

< >