Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 16-11-2021

contentĭo

betekenis & definitie

ōnis, f. spanning, slechts overdr. = inspanning,

I. in ’t alg.,
a. physieke inspanning. | vand. geleidelijke verheffing (der stem) tot de sterkste toon, vocis, Cic.; ook = heftigheid, vuur (van de toon der rede), heftige, driftige toon, vocis, Cic., vand. ook = heftige, hartstochtelijke rede, Cic.; het streven naar een punt, gravitatis et ponderum, het streven der zwaartekracht naar het middelpunt, Cic.
b. geestelijke inspanning, streven, bemoeiing, ijver (voor of bij iets), rei publicae (gen. obiect.), voor de staat, Cic. | hartstochtelijkheid, hevige verbittering, m. en z. animi, Liv., Curt.

II. in ’t bijz.,

a. het zich meten met een tegenstander, strijd, wedstrijd, twist, woordenwisseling, kamp, omni depositā spe contentionis, hoop op een strijd (= hoop om in een strijd te overwinnen), Caes., forensis, debat voor het gerecht, Cic., meae illae vehementes contentiones, geharnaste redevoeringen voor het gerecht (de Philippische tegen Antonius), Cic., contentio (strijdlustigheid) adversus procuratores, Tac., rei privatae (in enz.), Liv. | (van een twist om de voorrang), fraterna, om de troon, Iust., de diutina contentione (strijd om de hegemonie) desistere, Nep., dicendi (in enz.), Cic., honoris of honorum (om enz.), Cic.
b. het vergelijkend bijeenhouden, vergelijking. | het tegenover elkaar stellen (van gedachten), antithese.

< >