Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Cōgĭto

betekenis & definitie

(1);

1. trans., in ’t alg., denken, zich voorstellen, alqd, Cic., alqd cum animo suo, Cic.; vand. cogitatum, i, n. gedachte (gewl. plur.), Cic. | in ’t bijz., over iets denken, op iets bedacht zijn, proscriptiones, Cic.; uitdenken, verzinnen; denken, voornemens zijn, gewl. c. i n f., en zo elliptisch, in Pompeianum cogitabam (sc. ire), Cic., eo die cogitabam in Anagnino (sc. esse), Cic.; (een gezindheid) koesteren en aan de dag leggen, - uitspreken, si quid amice de Romanis cogitabis, Nep.
2. intr., in ’t alg., denken. | in ’t bijz., nadenken, peinzen, op iets bedacht zijn, ad alqa, Cic., de se et gloria sua, Cic.; denken = gezind zijn, humaniter in alqm, Cic.

< >