Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Ăpollŏdōrus

betekenis & definitie

i, m. Griekse eigennaam, waaronder bekend zijn,

1. een beroemd rhetor uit Pergamum, leermeester van keizer Augustus ; daarv. Apollŏdōrēi, ōrum, m., de leerlingen of aanhangers van A.
2. een grammaticus uit Athene (omstr. 140 v. C.).
3. een Academisch philiosoof (zie Academia).
4. een veldheer van Alexander de Grote.
5. een tiran van Cassandrea.

< >