(1860-1931), Ned. R.K. staatsman, priester.
In 1896 lid Tweede Kamer. Na de dood van Dr Schaepman 1903 leider van de R.K. Kamerfractie. Oefende vaak beslissende invloed uit op de Nederl. politiek. 1918 Kabinetsformateur; nam zelf geen zitting. Sinds 1909 hoogleraar in het Arbeidsrecht aan Univ. Amsterdam.