noemt men die betaalmiddelen, die de crediteur moet aannemen ter voldoening van het hem verschuldigde. Sommige betaalmiddelen zijn W. tot onbeperkt bedrag, andere slechts tot een bepaald maximum.
In Ned. zijn W.B.1. de van staatswege uitgegeven munten, t.w. de guldens en rijksdaalders tot onbeperkt bedrag, de overige munten tot een maximum;
2. de van staatswege uitgegeven muntbiljetten tot onbeperkt bedrag;
3. de door De Ned. Bank uitgegeven bankbiljetten eveneens tot onbeperkt bedrag.