De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Tulp

betekenis & definitie

(Tulipa), plantengeslacht uit de Leliefam. Bolgewas, 60-tal soorten, wild in Midden-Azië, Midden- en Z.-Europa.

T. suaveolens is de stamvorm der Duc-tulpen; hiervan is alleen de Duc van Tholl overgebleven. Bollen worden in de herfst geplant en af gedekt. Bloei April, Mei. Perzen en Turken kweekten de T. al heel vroeg en kenden het verschijnsel van het ,,fijn worden” (oorspronkelijke kleur wisselt af met wit gestreepte of gevlekte). In Eur. bloeide de eerste T. in 1559. Begin der 17e eeuw was de T. de kostbaarste modebloem aan het Franse hof (✝ 1000 voor één bol).

De T. windhandel had in 1636 zijn hoogtepunt. Begin 19e eeuw begon de teelt van vroege korte (enkele en dubbele) T. in de omgeving van Haarlem. Thans ca 3500 ha beplant van Westland tot W.-Friesland met uitlopers in Gron. en Friesl. Een door een Haarlemse firma opgekochte liefhebbersverzameling van late T. werd bekend onder de naam Darwin T. (De „fijne” verscheidenheden worden als Rembrandt-T. in de handel gebracht). Door kruising van Darwinsoorten met Duc v. Th. ontstond de Mendel-T.

Kruising van vroege T. met Darwin-T. leverde Triumph-T. Ook zijn uit bestaande soorten de Parkiet-T. ontstaan met grillige vormen en gekroesde rand.