overgangsrecht, intertemporaal recht, is het geheel van regels, die aangeven, welke wettehjke regeling de rechter moet toepassen, wanneer verschillende wettelijke regelingen elkaar zijn opgevolgd. De algemene regel is te vinden in art. 4 der Wet houdende algemene bepalingen van 15-51829 (S. 28), welke luidt: „De wet verbindt alleen voor het toekomende en heeft geene terugwerkende kracht”.
Deze regel geldt alleen, indien de wet zelf niet anders bepaalt.