David Friedrich (1808-1874), Duits theol. en philos. schrijver, beïnvloed door Hegel. Rekende in zijn Leben Jesu, Christliche Glaubenslehre af met het ehr. dogma en leerde ten slotte in Der alte und der neue Glaube onder invloed van Darwin een atheïstisch materialisme.
Zijn geschriften verwekten veel beroering.Johann {vader) (1804-1849), Oostenrijks dansen componist, met zijn 15e jaar altviolist bij J. Lanner*; stichtte 1825 eigen kapel, waarmee hij ook in het buitenland beroemd werd; 1835 ,,Hofballdichter”. Schreef: walsen, marsen, quadrilles, polka’s enz.
Johann {zoon) (1825-1899), Oostenrijks componist, leerling van zijn vader, leidde sedert 1849 diens orkest, dat hij 1863 aan zijn broeders Eduard en Joseph overliet; hij is de grootmeester van de Weense wals (,,walskoning”), kunstenaar van nauwelijks ooit overtroffen populariteit; schreef operettes waarvan Die Fledermaus (1874) verreweg de beroemdste; van zijn walsen staan bovenaan: A n der schonen blauen Donau, Wiener Blut, Geschichten aus dem Wiener Wald, Morgenblätter enz.
Oscar (1870), Oostenrijks componist, sedert 1927 te Parijs, sedert 1940 te New York; in zijn operettes vol geest en gratie laat hij ruime plaats aan de wals, laatstelijk ook aan moderne dansen. {Walzertraum, 1907; Die Perlen der Kleopatra, 1924; Marietta, 1929; Drei Walzer,
1935)
Richard (1864-1949), Duits componist, dirigent München, 1898-1918 Berlijn, 1919-'24 Wenen, sedertdien meest te Garmisch; in zijn symph. gedichten vindt de door Liszt en Berlioz geschapen programmamuziek haar voleinding en bekroning; S.’ enorm technisch kunnen en zijn rijkgeschakeerd klankpalet geven aan deze werken hoge waarde en grote bekoring {Don Juan, Tod u. Verklärung, Till Eulenspiegel, Also sprach Zarathustra, Don Quixote, Ein Heldenleben (aan Concertgeb.-orkest en W. Mengelberg opgedragen). Sed. 1905 schiep 5. vnl. muziekdram. werken, waarin hij kennelijk van Wagner uitgaat: Elektra, Salome, Ariadne auf Naxos, Capriccio, Die Frau ohne Schatten, Die ägyptische Helena, Arabella, Der Rosenkavalier; vele der teksten van deze werken werden voor hem geschreven door H. v. Hofmannsthal. Vele van S.' liederen zijn van bijzondere schoonheid.
