Charlotte von (1742-1827), vriendin van Goethe, lange tijd zijn inspireerster; beroemd zijn Goethe’s brieven aan haar uit Zwitserland en Italië.
Edith (1891-1942), Duits wijsgeer en paedagoge. Leerlinge en medewerkster van Husserl. 1934 Carmelites te Keulen, later uitgeweken naar Ned. (Echt). Viel als slachtoffer van de Jodenvervolging. Werken o.a.: Thomas von Aquin, Quaestiones de veritate', Das Ethos der Frauenberufe', Ewiges und endliches Sein.
H. F. Karl, Freiherr von (1757-1831),Pruisisch staatsman. Eerste min. 1807-1808; reorganiseerde toen de gehele Pruisische staat: bevrijdde de boeren van vele lasten en vergunde hun grondeigendom, gaf de gemeenten zelfbestuur, hief de gilden op, enz. Napoleon, die hem wantrouwde dwong zijn aftreden af en wilde hem laten arresteren, waarop hij naar Rusland vluchtte.
Johan (1871), Ned. astronoom, Jezuïet. Promoveerde na studieverblijf op de sterrenwachten van Georgetown en Harvard (N. Amer.) in 1901 te Leiden. 1906—1910 assistent aan de Vaticaanse Sterrenwacht, van 1910-1930 leraar te A’dam. Daarna directeur van de Vaticaanse Sterrenwacht. De nieuwe sterrenwacht, die hij in opdracht van de paus in Castel Gandolfo oprichtte, werd in 1936 ingewijd. Belangrijke publicaties op het gebied der astronomie.
