(„staal”), aangenomen naam van Joseph V. Djoegasjwili (1879), Russ. staatsman, leider (dictator) van de Sovjet-Unie.
Sloot zich 1898 bij de Soc.Democr. Partij aan. Stond in de partijstrijd tussen Mensjewiki en Bolsjewiki steeds aan de zijde der laatsten. 1903-1912 vijfmaal naar Siberië verbannen. In 1917 lid van het comité, dat de bolsjewistische revolutie leidde, tot 1923 volkscommissaris voor de nationaliteiten. 1922 secretaris-generaal van het Centraal Comité der Comm. Partij. Bracht na de dood van Lenin in 1924 zijn grootste tegenstander, L.
Trotzky, ten val. Gaf 1936 de Sovjet-Unie een Grondwet. Nam 1941 het opperbevel over alle Russ. strijdkrachten op zich; maarschalk van de Sovjet-Unie, 1945 generalissimus. Nam met Roosevelt en Churchill deel aan conferenties te Teheran (1943) en Yalta (Febr. 1945), en met Truman en Churchill/Attlee te Potsdam, Juli 1945. Zijn leer, een op Russische toestanden gebaseerd Marxisme, wordt wel aangeduid als „Stalinisme".