(Fr.: Lille), hoofdstad van het Fr. departement Nord, in Fr.-Vlaanderen aan de gekanaliseerde Deüle, ruim 200.000 inw.; landbouw- en handelscentrum van het N.-Fr. industriegebied en kruispunt van belangr. verkeerslijnen. Wol-, vlas-, katoenbewerking, machine- en chemische industrie; tot 1914 belangr. vesting.
Kwam bij vrede van Utrecht (1713) definitief aan Fr. In W.O. I en II door de Duitsers bezet.